Het is oktober. Niet mijn favoriete maand. In 1996 verloor ik op de laatste dag van oktober mijn lieve pap. Op 48 jarige leeftijd, na anderhalf jaar ziekte. Ieder jaar weer moet ik mezelf oktober doorworstelen. Niet dat ik iedere dag moet huilen hoor. Maar de melancholie komt als vanzelf. Het laagje ‘verlies’ wat ik proef. De herfstkleuren en paddenstoelen, waar hij altijd zo van genoot. Het vooruitzicht van de donkere wintermaanden. Zwaarte, somberheid, neerslachtigheid, mijn oktobermaand zit er vol mee.
Mijn pap was een kanjer. Ik zie, ik voel hoeveel ik van hem geleerd heb. Hij heeft als vader, als persoon, als ondernemer veel invloed op mijn leven. Maar ook zijn overlijden. Het besef, dat onze tijd hier op aarde soms maar kort is. Dat je van iedere dag mag genieten. Maar het gemis doet pijn, ook nu nog. Ik zou er heel wat voor over hebben om nog eens een dag met hem op te trekken, te vragen hoe hij tegen zaken aankijkt, te kunnen zeggen dat ik van hem hou.
Ik was 23 toen hij overleed. Best heel jong, voor zo’n groot verlies. Te jong om te weten hoe ik om kon gaan met mijn rouwende moeder, zus en broer. Hoe ik om kon gaan met vragen of pijnlijke opmerkingen uit mijn omgeving. Zo jong dat mijn vriendenkring ook geen idee had hoe mij daarin te steunen. Maar dan ook weer zo oud dat ik dacht dat ik dat alleen moest en kon verwerken en dat ik geen hulp daarin zocht of wilde.
De (emotionele) gevolgen van het verliezen van een ouder op jonge leeftijd worden bijna altijd onderschat. Door de omgeving, maar vaker nog door de jongere zelf. Klachten die later in het leven ontstaan worden door de jongere bijna nooit gekoppeld aan het verliezen van de ouder. Toch zie ik in mijn praktijk (te Apeldoorn) veel mensen die op jonge leeftijd een ouder verloren zijn. En heel vaak ontdekken we samen dat er door die belangrijke gebeurtenis in hun leven een ‘copingsmechanisme’ is ontstaan dat ze later op breekt. Bijvoorbeeld heel hard werken, altijd maar bezig blijven, verantwoordelijkheid naar je toetrekken, problemen voor een ander willen oplossen. Copingsmechanismen die destijds bijzonder nuttig waren om staande te blijven, maar die nu inmiddels het probleem zijn geworden.
Dat was bij mij in ieder geval zeker het geval. Het heeft me jaren gekost om daarnaar te kunnen kijken en daarin mild voor mezelf te worden. Het lukt me steeds beter. En toch ontdek ik iedere oktober nog weer een nieuw stukje van mezelf, van hoe het me gevormd heeft, wat ik mag loslaten. Want een ouder loslaten, dat kan niet ineens, dat doe je ieder jaar een beetje.
Heb jij op jonge leeftijd een ouder verloren? En wil je onderzoeken of je overlevingsstrategieën van destijds je wellicht nu in de weg zitten? Ik nodig je van harte uit om contact met me op te nemen.
Reactie plaatsen
Reacties